Voortgezet onderwijs
Na de basisschool, dus vanaf ongeveer 12 jaar, gaan leerlingen naar het voortgezet onderwijs: praktijkonderwijs, vmbo, havo of vwo. Het voortgezet onderwijs bereidt leerlingen voor op het mbo of het hoger (beroeps)onderwijs. In Nederland bestaan verschillende typen voortgezet onderwijs:
- praktijkonderwijs voor jongeren die moeite hebben om via een theoretische leerweg een diploma voor het voortgezet onderwijs te halen. Het praktijkonderwijs leidt rechtstreeks op voor de arbeidsmarkt en duurt 6 jaar
- voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) bereidt leerlingen voor op het mbo en de havo; het vmbo duurt 4 jaar. Voor leerlingen die extra begeleiding nodig hebben op het vmbo is er het leerwegondersteunend onderwijs (lwoo)
- hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) bereidt scholieren voor op een hogere beroepsopleiding (hbo); de havo duurt 5 jaar
- voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) bereidt leerlingen voor op een studie aan een universiteit; het vwo duurt 6 jaar
Voor lichamelijk gehandicapte, slechthorende, slechtziende of langdurig zieke leerlingen is er speciaal onderwijs. Daarnaast zijn er speciale scholen voor jongeren die aan topsport doen.