Speciaal onderwijs is onderwijs voor kinderen met een handicap, chronische ziekte of stoornis. Het speciaal onderwijs is opgedeeld in 4 clusters:
cluster 1: blinde, slechtziende kinderen
cluster 2: dove, slechthorende kinderen
cluster 3: gehandicapte en langdurig zieke kinderen
cluster 4: kinderen met stoornissen en gedragsproblemen
Scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs moeten een zogeheten ontwikkelingsperspectief van leerlingen vaststellen. Het ontwikkelingsperspectief is de basis voor een plan waarin staat hoe wordt toegewerkt naar een passend door- of uitstroomprofiel. Dat kan zijn het halen van een diploma, uitstroom naar werk of uitstroom naar arbeidsmatige dagbesteding.
Leerlingen met een beperking die van school komen, komen vaak terecht in de Wajong uitkering. Het voortgezet speciaal onderwijs wil dat zoveel als mogelijk voorkomen en kiest er juist voor om jongeren met een beperking voor te bereiden op de arbeidsmarkt.
Het voortgezet speciaal onderwijs heeft te maken met ontwikkelingen rondom passend onderwijs en (steeds) veranderende wetgeving omtrent de Wajong en de Wet Sociale Werkvoorzieningen. Deze ontwikkelingen nopen het voortgezet speciaal onderwijs tot een intensiever netwerk met nieuwe netwerkpartners zodat het praktijkleren en de aansluiting op arbeidsmarkt worden verbeterd.